Werkgroep Uilen
Interesse?
We zijn als werkgroep altijd op zoek naar vrijwilligers die willen bijdragen aan het welzijn van de uilen in de Hoeksche Waard. Heeft u interesse om actief deel te nemen aan de werkzaamheden binnen de uilenwerkgroep, neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Nadere informatie bij de coördinator: Rian Wijnhorst (tel. 06-44554430)
Contact opnemen kan ook via een mail naar

Wat doet de Werkgroep Uilen?
Dankzij de vrijwilligers van de Uilenwerkgroep heeft de uilenpopulatie in de Hoeksche Waard zich kunnen uitbreiden. Vanaf eind 2013 zijn de vrijwilligers actief met het plaatsen en onderhouden van nestkasten voor kerkuilen en steenuilen. Ransuilen en bosuilen maken gebruik van natuurlijke nestplaatsen. Voor ransuilen zijn dit kraaien- en eksternesten. Bosuilen broeden in holle bomen en in ongebruikte schoorstenen.
Door de inzet van werkgroep is het aantal broedparen bij de kerkuilen gestegen van slechts één broedpaar in het jaar 2000 tot meer dan 30 in 2025. In jaren met veel muizen kunnen de kerkuilen zelfs meerdere broedsels per jaar hebben. Bij de steenuilen is, meer recent, ook een lichte stijging in aantallen te zien. De trend is dat deze stijging stagneert, waarschijnlijk omdat hun favoriete leefomgeving meer en meer verdwijnt. Steenuilen houden van rommelige boerenerven en boomgaarden met wat kleinvee en daar zijn er steeds minder van.
Buiten het broedseizoen vindt het onderhoud van kasten plaats. Vanaf begin mei worden de uilenkasten geïnspecteerd met als hoofddoel het broed biologisch onderzoek. Waar mogelijk worden de jongen geringd. We ringen voor onderzoek naar verspreiding en overleving van de soort.
Het broedresultaat kan per jaar sterk verschillen, afhankelijk van de muizenstand. Veel muizen betekent veel jongen, waarbij de kerkuilen zelfs tot 3 broedsels kunnen komen. Steenuilen hebben maar één broedsel per jaar. Omdat steenuilen ook kevers en wormen eten, zijn ze minder afhankelijk van muizen.
Hoe gaat het met de uilen in de Hoeksche Waard?
In de grafiek is duidelijk te zien dat in de jaren met veel muizen (2017 en 2019) er veel meer jongen waren. Het jaar 2024 was voor de kerkuilen zeer slecht. Door het extreem natte voorjaar waren er nagenoeg geen woelmuizen. Door dit lage voedselaanbod komt het aantal jongen ruim 60% lager uit dan het langjarig gemiddelde. Het aantal jonge steenuilen bleef gelijk maar had beduidend hoger kunnen zijn vanwege een toename in territoria. Ook de steenuilen hebben in 2024 zwaar te lijden gehad van het koude en natte voorjaar. Voor de aantallen van de bosuilen en de ransuilen zijn we veelal afhankelijk zijn van meldingen van derden. Desondanks zien we een lichte -landelijke- stijging van het aantal bosuilen en lijkt het aantal ransuilen stabiel gebleven in de Hoeksche Waard.
Hoewel er al veel kasten geplaatst zijn voor kerkuilen (102) en steenuilen (171), zijn er ongetwijfeld nog meer geschikte locaties voor het plaatsen van een kast. De locaties moeten wel aan een aantal criteria voldoen en op enige afstand liggen van bestaande locaties. Denkt u een geschikte locatie te hebben, laat het ons dan weten, wij komen graag kijken. Ook alle waarnemingen van uilen ontvangen we graag, dit geldt ook voor eventuele verkeersslachtoffers.


Werkgroep
De werkgroep bestaat uit:
-
Karin van den Berg
-
Joop van den Berg
-
Rian Wijnhorst
-
Rob van Mourick
-
Ruud Polderman
-
Theo Leijdens
-
Wim Metske
-
Joost Hazelaar
-
Michel Hitzerd
-
Dick van Houwelingen
-
Kevin de Keijzer
-
Arend de Looff
-
Leen Gouweloos

